IJsselstein
Sint-Nicolaasbasiliek
De Sint-Nicolaasbasiliek is een rooms-katholieke basiliek in IJsselstein. Deze driebeukige hallenkerk werd tussen 1885 en 1887 gebouwd in neogotische stijl naar een ontwerp van Alfred Tepe. Van de hand van de beeldhouwer Friedrich Wilhelm Mengelberg is het kleurrijke hoogaltaar (1893); het linker zijaltaar (1889); het triomfkruis (1889) en de kruiswegstaties (1888). De kerk is een bedevaartplaats vanwege de Mariabeeltenis Onze Lieve Vrouw van Eiteren Hulp in nood, die zich in de Mariakapel bevindt. Op 11 november 1972 verleende paus Paulus VI aan de kerk de titel van Basilica minor vanwege de betekenis als bedevaartplaats.[1] Basilica minor is de hoogste eretitel voor een kerkgebouw buiten de stad Rome.
Sint Nicolaasbeeld in de basiliek
Oude St. Nicolaaskerk
De Sint-Nicolaaskerk werd gesticht door Gijsbrecht van Amstel en in 1310 ingewijd door de bisschop van het Sticht Utrecht, Guy van Avesnes. Volgend jaar is dit dus 700 jaar geleden.
Met de inwijding van onze kerk verloor de kerk van Eiteren zijn rechten als kerspelkerk. In 1398 werd de St. Nicolaaskerk verheven tot kapittelkerk, met acht kanunniken.
De toren van de kerk werd in 1532-1535 gebouwd in opdracht door de Heer van IJsselstein, Floris van Egmond. Deze was bij een bezoek aan het keizerlijke hof in Aken onder de indruk geraakt van de nieuwe mode in de architectuur, waarbij werd teruggegrepen op de klassieke vormen en verhoudingen. Zo liet hij de nieuw te bouwen kerktoren ontwerpen door de Italiaanse architect Alessandro Pasqualini. In die tijd waren de Dorische, Ionische en Corintische pilasters opmerkelijk. Die sieren de toren. Pasqualini volgde exact Cesariano's voorschriften en zette hiermee het oudste voorbeeld van renaissance-bouwkunst in de noordelijke Nederlanden neer.
In 1568 brandde de torenspits af nadat de bliksem er was ingeslagen. Na enkele mislukte pogingen tot restauratie werd pas in 1632-1635 de spits herbouwd. Er was al wel een uurwerk geplaatst.
Inmiddels was de kerk overgegaan naar de protestanten, in 1577, waarbij altaren en beelden niet werden gespaard.
In 1911 raakten kerk en toren zeer zwaar beschadigd door brand. Van het interieur bleef weinig over; noch het orgel (1749), noch de kansel (1622) werden gespaard. De torenspits werd in 1921-1923 vervangen door een spits in Amsterdamse Schoolstijl, naar een ontwerp van Michel de Klerk.
Na de bouw in de 19e eeuw van de katholieke Sint-Nicolaasbasiliek werd de Sint-Nicolaaskerk ook wel Oude Sint-Nicolaaskerk genoemd.