Twintigste en eenentwintigste eeuw

Rond 1900-1930 werden er, voortbouwend op de tweede helft van de negentiende eeuw, veel volksliedjes uit de mondelinge overlevering verzameld. De drie grote liedverzamelingen van die decennia bevatten tientallen korte kinderliedjes en kinderdreunen voor het sinterklaasfeest: de Handschriftcollectie volks- en kinderliederen van Nynke van Hichtum (1904-1938); de Collectie Donders van Realinus Donders (1923); en de Collectie Boekenoogen van G.J. Boekenoogen (1891-1930). Naast de hierboven genoemde kinderliedjes als 'Sinterklaasje bonne bonne bonne'; 'Sinterklaas goed heiligman'; en 'Sinterklaas kapoentje' vermelden zij ook korte kinderliedjes als: 'Sint Nicolaas goedige bloed / Geef me een buil met suikergoed'; 'Sinterklaasje, bisschop, / Zet uw hooge muts eens op'; 'Sinterklaas, die brave man / Brengt de kinderen wat hij kan'; 'Sint Niklaas mijn goeie vriend / Ik heb zoo lang bij u gediend'; 'Sint Nicolaas komt over de brug / Met een reistasch op z'n rug'; 'Sint Nicolaas is toch zoo'n schat; / Iedren avond brengt hij wat'; 'St. Nicolaas, kom spoedig / Daar van die schoorsteen af'; 'Sint Nicolaas is jarig / O! wat zijn we blij'; 'Sinterklaas zat in den hoek / Met 'n grooten peperkoek'.

Daarnaast verschenen er in de eerste helft van de twintigste eeuw nog altijd veel liedboekjes voor kinderen, al nam de betekenis van het liedboek met de opkomst van de radio en de lp vanaf de jaren 20 en 30 langzaam maar zeker wel af.

De Amsterdamse onderwijzer Simon Abramsz (1911 - Liederenboek / Van sinterklaas en Pieterbaas) publiceerde liedjes als 'Op de hoge, hoge daken / rijdt de bisschop met zijn knecht' en 'Zachtjes gaan de paardenvoetjes / trippel trappel trippel trap'. En zangeres en radiopresentatrice Antoinette van Dijk bracht liedjes uit als 'Wees welkom vandaag in ons midden / ziet, uw zetel staat al klaar' en 'Vijf december, vijf december / ha, dat is de blijde dag'. In deze begin-twintigste-eeuwse liedjes wordt Sinterklaas steeds vergezeld en geholpen door zijn knecht Zwarte Piet. Bijvoorbeeld in Abramsz' 'Op de hoge, hoge daken':

Pieter gluurt door elke schoorstenen hij meldt de goede Sint die geduldig staat te wachtenieder ongehoorzaam kind. Alles ziet die slimme Piet zich vergissen kan hij niet.

Naar de gedenkdag van St. Nicolaas (waarop strikt genomen zijn sterfdag en dus zijn ten hemelopneming wordt herdacht) wordt verschillende keren verwezen als zijn "verjaardag", zoals 'Sinterklaas is jarig / 'k zet mijn schoen vast klaar' (W.F. Oostveen, ca. 1925) en 'Vijf december, vijf december / ha, dat is de blijde dag' (Antoinette van Dijk, ca. 1926): 'want Sinterklaas is jarig / en wie roept niet luid: "Hoezee!"'.

Herman Broekhuizen schreef vele kinderliedjes voor het radioprogramma voor kleuters Kleutertje, luister (1946-1975). Ook sinterklaasliedjes als 'Piet heeft gesnoept van de pepernoten'; 'Zwarte Piet, wiede wiede wiet / ik hoor je wel, maar ik zie je niet'; en 'Zwarte Zwarte Piet / wat laat je mij weer schrikken' zijn van zijn hand. Hierin staat vooral Zwarte Piet in het middelpunt, gezien door de ogen van kleuters (of soms kleutergedrag spiegelend), die zich zo in Piet kunnen herkennen:

Piet heeft gefietst op de kinderfietsenPiet heeft gespeeld met de speelgoedtreinPietertje Roet wou zo dolgraag spelenPiet wou net als de kinderen zijn.

Deze midden-twintigste-eeuwse kleuterliedjes horen bij de laatste liedjes die werden opgenomen in de verzameling traditionele sinterklaasliedjes, die op de geijkte momenten worden gezongen.

In alle (merendeels twintigste-eeuwse) klassieke sinterklaasliedjes waarin een bediende van Sint Nicolaas wordt vermeld, gaat het om één knecht, soms zonder naamsvermelding, meestal wordt hij Piet of Zwarte Piet genoemd. Zwarte Piet verwijst in de sinterklaasliedjes dus altijd naar een individu. In de liedjes is Piet degene die luistert of de kinderen stout of lief zijn, strooit met pepernoten, soms een zak met cadeautjes draagt, en geschenken achterlaat. Dat Sint met een grote groep helpers aankomt, die gezamenlijk, als collectief, worden aangeduid als "Zwarte Pieten", is met name bij intochten na de Tweede Wereldoorlog en in televisie-uitzendingen in zwang geraakt en niet tot nauwelijks tot traditionele sinterklaasliedjes doorgedrongen.

Vanaf invoering van de langspeelplaat eind jaren 40 werden sinterklaasliedjes ook uitgebracht op langspeelplaten - toerenplatjes en later cd, meestal uitgevoerd door een kinderkoor. Onder meer bekende kinderkoren als, De Damrakkertjes, de Leidse Sleuteltjes, de Schellebellen, de Karekieten en Kinderkoor Jacob Hamel gaven een of meerdere grammofoonplaten met sinterklaasliedjes uit.