Zout

Zout is het symbool van wijsheid. Het wordt in de roomskatholieke Kerk nog steeds bij het doopsel gebruikt. Het is daar behalve symbool van wijsheid ook symbool van kracht en vurigheid. Bovendien wordt het als een afweermiddel tegen het kwade gezien. De priester legt de dopeling enkele korrels zout op de tong en zegt daarbij: 'Ontvang het zout der wijsheid, en moge het u een voorbereiding zijn voor het eeuwige leven.'

Wie tot de jaren van wijsheid was gekomen (wie niet meer 'geloofde'), kreeg een papiertje met wat zout of een zakje zout in de schoen. je was dan áfgezouten'. 

1853 - Boek: De Kinderwereld

St. Nicolaas verhalen, zetten dan ook getrouw een korfje, een
schoen of klomp, met eenig voeraadje voor den onwen witte onder
kast of kabinet, en vervolgens naar bed gaande is hunne groot
ste bezorgdheid, of St. mconaas het daar wel vinden zal, en of
het daar wel op de regte plaats staat. Moeder krijgt nog allerlei
bestellingen, de kleine SOPHIE trekt haar korfje nog wat ver
der over den vloer, -— en ’s morgens? — O! alvorens zij in de
kleêren zijn, gaan zij zien , of St. nxcor.aas er ook geweest is,
of hij den haver ook voor zijn paard heeft mede genomen, en, ja
wel, „aan, JAN! zie eens, kom eens hier ,” zegt KEETJE; „wat
’n boel lekkers l” -- dan ach! JAN, die groote jongen, ziet leelijk
op zijn neus: hij vindt een papiertje met zout, ten teeken, dat hij
te groot geworden is , om nog met de kleine kinderen op de gunst
van St. moonsns te kunnen rekenen, zoo als ook kinderen die
niet goed leeren een papiertje met zout bekomen

Auteur: Marten Douwes Teenstra

bron tekst: www.delpher.nl

1944 – Het zal toch geen roe zijn, of een zakje met zout

Illustraties

Afb 1: 193? - Boek 'st. Nicolaas komt' / Afb. 2: Jr. 50 - Boekje 'St-Nicolaas liederen'- Folk Dean / Afb 3 t/m 5: Boekje 'Sinterklaas is jarig' (HEMA - Jr. 70/80)

Lied: Hoor wie klopt daar kinderen

Hoor wie klopt daar kind'ren,
Hoor wie klopt daar kind'ren.
Hoor wie klopt daar zachtjes tegen 't raam.
't Is een vreemd'ling zeker,
die verdwaalt is zeker.
'k Zal eens even vragen naar zijn naam:
Sint Nicolaas, Sint Nicolaas
brengt ons vanavond een bezoek
en strooit dan wat lekkers
in één of andere hoek.

Stoute kind'ren, zegt hij,
krijgen knorren, zegt hij,
of een zakje, zegt hij, met wat zout.
Want je weet wel, zegt hij
dat Sint Nicolaas, zegt hij
van die stoute kind'ren heel niet houdt.
Sint Nicolaas, Sint Nicolaas
brengt ons vanavond een bezoek
en strooit dan wat lekkers
in één of andere hoek.

Luisterfragment 

Zout gebruik in Groningen:

1900 – Swaarde Pait, as t nait vrust, … en om mie gain puutje zolt. (Zwarte Piet, zakje zout)

Opmerking: Vermoedelijk tussen 1900 en 1950

In Groningen kreeg een kind af en toe een zakje zout en een plak koolraap op zijn bord. Dat betekende dat het kind te oud was om ‘op te zetten’. En, zo noteert Fré Schreiber, werd het kind dus ‘ofzoltjet’.

Swaarde Pait, as t nait vrust,
breng mie din n swoan ien t nust,
gooi t mor op mien widde bord,
en om mie gain puutje zolt.

Vertaling:
Zwarte Piet, als het niet vriest,
breng me dan een Zwaan in ‘t nest,
gooi ‘t maar op mijn wijde bord,
en wat mij betreft geen zakje zout.

Auteur: Schreiber, Fre