Goedhuwelijksman in postkaarten
Sinterklaas noemen we ook een ‘goedheiligman’, komt niet doordat we hem zo heilig vinden – het is een verbastering van ‘hylick’ man, huwelijk man. Sint is een goedhuwelijksman: zeker tot rond 1900 werd Sint in Nederland, Frankrijk en België als huwelijksmakelaar gezien. Neem deze ‘Meysjesbede’ uit 1875: „Sint Nicolaas Goedheiligman! …/ U roep ik heel droevig an;/ Niet om zoete koek of vijgen,/ Of om kinderpoppengoed./ Laat mij maar een vrijer krijgen/ Die mijn minnelust voldoet.” Vroeger werden rond 5 december Sint- postkaarten (voornamelijk in Frankrijk - België) gestuurd aan ongetrouwde mannen en vrouwen, met de wens dat ze snel zouden trouwen. Die rol als koppelaar heeft de Sint tegenwoordig helemaal niet meer; die wordt de laatste jaren overgenomen door Sint Valentijn, een vage heilige, op Valentijnsdag op 14 februari, een traditie die uit Amerika is komen overwaaien. Dat Sint aanvankelijk de koppelaar was, hangt samen met de oudste legende over Sint Nicolaas; hij zou als rijke, gulle jongeman (nog niet als bisschop) zakken met muntstukken door de ramen hebben gegooid bij een huis, drie avonden opnieuw, om te voorkomen dat een arme vader zijn drie dochters in de prostitutie zou dwingen; de man had geen geld voor een bruidsschat, en dan kon een meisje niet trouwen. De goedhuwelijksman Sint strooide goudstukken, zodat ze netjes trouwen konden.