H.A. Almoes
Daar is een stoomboot aangekomen
Daar is een stoomboot aangekomen
Van over de grote zee
Daar is Sint Ni'klaas mee gekomen
En Zwarte Piet kwam mee
Het hele schip is volgeladen
Wel duizend kisten zijn aan boord
Die zitten allemaal vol speelgoed
Van allerhande soort
Dan zijn er ook nog duizend kisten
Vol lekkers o, zo fijn
Vol chocola en suikerbeesten
Taai-taai en marsepein
En dan zijn er ook nog duizend dozen
Met kleren, lekker warm en zacht
En ook nog duizend kinderboeken
Die heeft hij meegebracht
Als straks de heleboel gelost is
En 't paardje vlug en rap
Als Piet nu keurig uitgedost is
Dan gaan ze saam op stap
Moeder zegt: hij kan zo binnen komen
Maar hij komt altijd onverwacht
Ik zing: Zie de maan schijnt door de bomen
En droom haast elke nacht
Dag Sinterklaas
Dag Sinterklaas, dag Zwarte Piet
Als u hier komt dan juichen wij
Dan zingen wij een vrolijk lied
Want wij zijn allemaal heel blij
Dan zingen wij een heel mooi lied
Voor u en Zwarte Piet
Dan zingen wij een heel mooi lied
Voor u en Zwarte Piet
Dag Sinterklaas wij zijn op school
Meestal heel netjes en heel zoet
We knoeien niet, we morsen niet
En juffrouw zeg: Zo is het goed !
En Sinterklaas zegt ook: Dat moet
Wees netjes, lief en zoet
En Sinterklaas zegt ook: Dat moet
Wees netjes, lief en zoet
Piet mag wel onze handjes zien
Die zien er keurig uit, nietwaar ?
De nageltjes zijn kort en schoon
Want die knipt moe af met een schaar
Juf zegt, als zij er vuil aan ziet
Je lijkt wel Zwarte Piet !
Juf zegt, als zij er vuil aan ziet
Je lijkt wel Zwarte Piet !
Voor Sinterklaas en Zwarte Piet
Voor beiden roepen wij : Hoezee !
Gelukkig, u vergeet ons niet
En brengt misschien ook wel wat mee
’t Is feest en allen doen we mee
We roepen luid hoezee
’t Is feest en allen doen we mee
We roepen luid hoezee
Hoor ik daar geen paardenvoetjes
Hoor ik daar geen paardenvoetjes
Trippeltrappel o zo zoetjes
Hoor ik daar geen trippeltrap
Paardenvoetjes op het dak
Dat zal Sinterklaas wel wezen
Die nu rijdt door heel de stad
Wees voorzichtig lieve schimmel
Het is daar zo gevaarlijk glad
Hoor ik daar geen paardenvoetjes
Trippeltrappel o zo zoetjes
Hoor ik daar niet trippeltrap
Paardenvoetjes op het dak
Moet nu juist van Moe gaan slapen
Liever wou ik nog niet naar bed
Paardje zul je goed uit kijken
Waar of jij je voetjes zet
Hoor ik daar geen paardenvoetjes
Trippeltrappel o zo zoetjes
Hoor ik daar niet trippeltrap
Paardenvoetjes op het dak
Zal nu lief en zoet gaan slapen
Kijk maar zwarte pieter baas
En ik zal vast weer gaan dromen
Van die lieve Sinterklaas
Moeder, vertel me eens
Moeder, vertel me eens is het heus waar
Dat Sinterklaasje terug komt dit jaar?
Ze zeggen het moeder, het staat in de krant
Sint Niklaas en ’t knechtje
Die zijn weer in ’t land
Moeder, vertel me eens: las u ’t bericht
Dat in de haven zijn stoomboot al ligt?
Ze zeggen het moeder, en een heeft gezegd:
De schimmel kwam ook mee
En Pieter zijn knecht
Moeder, vertel me eens en zeg toch ja
Gaat hij uit rijden, de stad door, weldra?
Ze zeggen het moeder, hij rijdt in de nacht
’t Is bijna onhoorbaar
Zo stil en zo zacht
Moeder, vertel me eens en maak me blij
Komt Sinterklaasje ook hier zo, bij mij?
Ze zeggen het moeder, hij komt hier misschien
Als ik niet in slaap val
Dan zal ik hem zien
O lieve Sinterklaasje
O lieve Sinterklaasje
O hoor ons aan
Nu wij hier in de avond
Voor het haardvuur staan
Hoor naar ons vriend’lijk vragen
Zacht zingend bij de schouw
O lieve goede bisschop
Oh kom toch gauw
Staat u daar nu te luisteren
Hoog op ons huis
Kan u ons zingen horen
Bij ’t wind-geruis ?
Ons liedje rijst naar boven
Heel zachtjes met de rook
En ’t kringelt uit de schoorsteen
Oh kom hier ook !
Sint komt op school
Als Sint Niklaasje terug komt in ’t land
Dan staan er portretten van hem in de krant
En voor hij zijn intocht in (eigen plaatsnaam) doet
Zijn wij er al weken lief en heel zoet
We zijn vol verwachting van komende jool
Wij kinderen van de (naam eigen school)
Eerst duurt het nog dagen maar dan komt de tijd
Dat Sint met zijn knechtje naar onze school rijdt
Dan komt hij de deur in, hij stapt door de gang
Dan worden we allen een klein beetje bang
We zijn vol verwachting van komende jool
Wij kinderen van de (naam eigen school)
Hij vraagt aan de juffrouw: Wie is wel eens stout?
Je weet dat ik heel niks van stouteriks houd !
Dan vraagt Sint Niklaasje: En wie is er zoet?
Gelukkig de meesten, nou dat vindt hij goed !
We zijn vol verwachting van komende jool
Wij kinderen van de (naam eigen school)
Dan gaat Piet aan ’t strooien, Sint Niklaas trakteert
Omdat er door allen heel hard is geleerd
En als wij dan zingen ons mooiste lied
Dan glimlacht Sint Niklaas en grijnst Zwarte Piet
We zijn vol verwachting van komende jool
Wij kinderen van de (naam eigen school)
Span nu slingers
Span nu slingers door ’t lokaal
Sinterklaas is jarig
Breng nu groen en bloemen aan
Wees daarmee niet karig
Trek je mooiste pakje aan
Sier je krullenbol met lint
En nu moet je dansen gaan
Dansen voor die lieve oude Sint
Jongens die dragen een mooie sjerp
Meisje die dragen bonte kransen
Allemaal willen zij o zo graag
Voor de Sint en voor Pieter dansen
Breng nu groen en bloemen aan
Wees daarmee niet karig
Overal, overal is het feest
Sinterklaas is jarig
We staan hier bij de schoorsteen
We staan hier bij de schoorsteen
En zingen zacht een lied
Dat stijgt omhoog en ieder woord
Wordt op het dak heel goed gehoord
Door Sinterklaas en Piet
We staan hier bij de schoorsteen
Ons liedje klinkt zo zacht
De oude schimmel staat gedwee
En buigt zijn hoofd en luistert mee
Daar in de donk’re nacht
We staan hier bij de schoorsteen
We zingen lied na lied
Van paardenvoetjes op het dak
En van de boot en van de zak
Van Sinterklaas in Piet
Wie is het ?
Hoog aan de mast waait de Spaanse vlag
Wimpeltjes wapp’ren aan stengen en stag
Vlaggetjes fladderen, zelfs aan de raas
Dat is de stoomboot van Sinterklaas
Glanzende huid en van kleur bijna wit
Schitt’rende ogen en melkblank gebit
Vurig en krachtig en vlug als een haas
Dat is de schimmel van Sinterklaas
Fleurig zijn mutsje en kleurig zijn pak
Schuin op de schouder een heel zware zak
Vlug op zijn voeten, zonder geraas
Dat is het knechtje van Sinterklaas
Mijter op ’t hoofd en een staf in de hand
Mantel van purper, een rok met veel kant
Sneeuwwitte haren, een sneeuwwitte baard
Dat is de heer van de knecht en het paard
Wie woont er in ’t warme Spanje
Wie woont er in ’t warme Spanje in een mooi paleis?
Melkwitte marmer muren met een streepje grijs
Met hoge koepel ramen en een breed balkon
Wie woont daar warm en wel in zoele zomerzon ?
Ik weet wel, ik weet wel
Wie woont in dat paleis
Met witte marmer muren en een streepje grijs
Wie gaat daar door de gang en opent daar de deur ?
Wie is die kleine kerel met die koffiekleur
Wie plukt daar in de tuin een mooie mandarijn ?
Wie zou dat ventje in zijn prachtig pak wel zijn ?
Ik weet wel, ik weet wel
Wie opent daar die deur
Ik ken die kleine kerel met die koffiekleur
Wie draaft daar door de straten in een vlugge vaart ?
Wie schud de mooie manen en wie zwiept de staart ?
Wie holt de heuvels over onvermoeid en vlug ?
Wie draagt zijn baas zo krachtig op zijn brede rug ?
Ik weet wel, ik weet wel
Wie draaft in vlugge vaart
Ik ken de naam wel van dat mooie witte paard